Archief activiteiten 2021
9 september 2021
Een lezing door Pieter Lagrou met als titel 'De wereld, mijn dorp, 1945 - 2021. Vloethemveld, het krijgsgevangenkamp, de herinnering.
Professor Pieter Lagrou (ULB) is gespecialiseerd in de Tweede Wereldoorlog en de herinnering aan deze oorlog. Hij schreef er boeken over en werkte onder andere mee aan ‘Publiek Geheim’ en de Canvasreeksen ‘Kinderen van de Collaboratie’ en ‘Kinderen van het verzet’.
Op donderdag 9 september komt Pieter Lagrou een lezing geven waarin hij zal pogen de huidige controverse rond « de Letse bijenkorf » in Zedelgem in een historisch en europees perspectief te plaatsen. Kunnen we de passage in 1945-46 van tienduizenden soldaten die aan de zijde van het verslagen Nazi-Duitsland streden herdenken zonder het te verheerlijken of goed te praten? Wie zat er in het kamp en welke waren de wegen die hen tot het kamp brachten en de wegen die zij na het kamp kozen? Hadden de krijgsgevangenen het beter of slechter dan de Zedelgemse burgerbevolking buiten het kamp? Was het Vloethemveld de poort naar de vrijheid voor sommigen die lange gevangenisstraffen verdienden voor hun misdaden aan het Oostfront? Zorgde de beginnende Koude Oorlog voor straffeloosheid en vergoeilijking voor hen die met Hitler tegen Stalin streden? En hoe gaan we daar vandaag mee om, in een Europese Unie die voortaan landen van beide zijden van het IJzeren Gordijn verenigt?
Plaats: Polyvalente zaal ‘De Braambeier’,
Loppemsestraat 14a, 8210 Zedelgem
Aanvang: 19u30
Inkom: 5 EUR per persoon
Opgelet: de plaatsen zijn beperkt
Coronamaatregelen: geldende coronamaatregelen op het ogenblik van de activiteit



Verslag lezing Pieter Lagrou
Op 9 september 2021 hield Pieter Lagrou, hoogleraar aan de ULB, voor een 100-tal aanwezigen een lezing naar aanleiding van de controverse rond de Letse Bijenkorf en startte met drie vaststellingen.
- Er zijn historische feiten, maar de definitieve waarheid bestaat niet. Alle feiten zijn immers vatbaar voor interpretatie.
- Vae victis, wee wie overwonnen is, zei ooit Caius Julius Caesar. Het POW Camp in Vloethemveld was het kamp van de verliezers. Beeld je maar eens in dat de Duitsers met hun maatschappijvisie de oorlog gewonnen hadden.
- De Bijenkorf staat op 2,5 km van het natuurgebied en is een apart initiatief van de gemeente Zedelgem en staat los van het project Vloethemveld, dat een initiatief is van ANB en VLM samen met de gemeenten Zedelgem en Jabbeke. Moet het project Vloethemveld zich laten compromitteren door een onvoldoende doordacht kunstwerk?
Daarna schetste hij de historische en Europese context rond het krijgsgevangenkamp in Zedelgem.
1 Einde WOII
Twee derden van de ca. 7 miljoen Duitsers (soldaten en burgers), omgekomen tijdens WOII, stierven na 20 juli 1944, de dag van de mislukte moordaanslag op Hitler. Ze bleven vechten omdat de Duitse propaganda duidelijk had gemaakt dat de Russen zich zouden wreken na de misdaden begaan door de Duitsers.
Op 1 mei 1945 waren er in het westen ongeveer 7 miljoen krijgsgevangenen, POW’s. Onder de gevangenen waren zowel dienstplichtigen (die hier niet voor hadden gekozen), vrijwilligers (SS’ers) en soldaten die gruwelijke oorlogsmisdaden begaan hebben. Allen streden zij voor de verkeerde zaak.
Volgens de derde conventie van Genève waren zij in een oorlogssituatie de best beschermde categorie. Maar na WOII werd er geen vredesverdrag en wapenstilstand afgesloten waarin de repatriëring van alle krijgsgevangenen werd voorzien. De Duitsers tekenden immers een onvoorwaardelijke overgave en de Duitse staat hield op met bestaan.
Daardoor werden ze niet beschouwd en behandeld als POW’s. De geallieerden namen geen weerwraak op de krijgsgevangenen en hielden rekening met het internationaal recht, onder de supervisie van het Rode Kruis. Dit in tegenstelling tot Nazi-Duitsland, dat 3.6 miljoen Sovjet krijgsgevangenen vermoordde of liet sterven van de honger. De voornaamste bekommernis van de Britse autoriteiten was de krijgsgevangenen geen gullere rantsoenen te bieden dan de Belgische burgerbevolking buiten de omheining, wat zo al tot spanningen en kritiek leidde. Er heerste namelijk voedselschaarste in bezet Europa en de Belgische bevolking leefde op rantsoenbonnen tot begin 1949.
Door dit statuut konden de krijgsgevangenen ook ingezet worden als ontmijners (POW Jabbeke) en mijnwerkers.
2 Veroordeling oorlogsmisdadigers
Na het Neurenbergproces (20 november 1945 – 1 oktober 1946) waar de nazikopstukken werden veroordeeld, werden in de jaren daarop in West-Duitsland maar weinig oorlogsmisdadigers, amper 6 000, veroordeeld. Er waren immers nieuwe prioriteiten door de communistische dreiging en iedereen was welkom om de Russen te bestrijden.
3 Repatriëring van krijgsgevangenen
De krijgsgevangenen werden na de oorlog niet tegen wil en dank gerepatrieerd indien hun streek van herkomst door grenswijzigingen na 1945 plots in een ander land lag. Dit gold in het bijzonder voor de Baltische staten, die na 1945 deel werden van de Sovjet-Unie. Hierdoor konden een aantal notoire oorlogsmisdadigers, die bijvoorbeeld aan massamoord op Joden hadden deelgenomen, aan de berechting ontsnappen die hen wachtte bij repatriëring. Velen onder hen emigreerden naar de Verenigde Staten of Australië. Tijdens de Koude Oorlog was er geen gerechtelijke samenwerking tussen Sovjet- en Westerse autoriteiten en deden de gastlanden er soms decennia over om het criminele verleden van de migranten te ontdekken. Voor een aantal krijgsgevangenen was Zedelgem dus de poort naar de vrijheid, terwijl zij eigenlijk een lange gevangenisstraf verdienden.
Zo werden de Balten vanuit Duitsland naar Zedelgem gestuurd om ze aan opeising door de Russen te onttrekken. Bovendien kregen ze allemaal, ook de oorlogsmisdadigers, de status van Displaced Persons, de term voor vluchtelingen die wegens de bedreigende situatie in hun land er niet konden naar terugkeren.
Een voorbeeld van de aanpak door de Britten was Arvids Kripens, Waffen SS-Standartenführer (kolonel). Hij werd door de Britten zelfs in het hospitaal te Zedelgem verborgen toen de Russen hem kwamen opeisen.
Door hun statuut kwamen Oekraïeners, Balten, Kroatische Ustascha die vochten aan de zijde van de nazi’s er beter vanaf dan de Vlaamse en Waalse SS’ers.
4 Collaboratie
Er streden 335.000 Balten aan de zijde van de nazi’s waarvan 60% Letten. Daartoe behoorden overtuigde Balten maar ook Balten die verplicht werden ingelijfd. Amerikaanse rapporten spreken over 30 tot 35% collaborateurs.
Uldis Neiburgs schrijft op de website van het Museum of Occupation in Riga: Altogether some 110.000 to 115.000 Latvian soldiers served in the German armed forces. The formation of the Legion was largely the direct result of conscription. There were few true volunteers, not more than 15–20%.
De Letse collaboratie is behoorlijk misdadig geweest. Dat is volgens de Letse diaspora louter Russische propaganda.
Feiten: Op 30 november 1941 en 8 december 1941 executeerde een Duits Einsatzcommando 26.000 Joden in het Rumbulabos. Het Viktors Arajscommando stond in voor het bewaken en begeleiden van de Joden vanuit het getto van Riga. Daarna roeiden verschillende Letse commando’s in opdracht van de nazi’s de resterende Letse Joden uit. In totaal kwamen er ongeveer 70.000 Letse Joden om het leven.
Terwijl er 356 leden van het Arasjcommando veroordeeld zijn door de Russen, ontsnapten zij die in het westen en in Zedelgem terecht kwamen aan hun straf. Viktors Arajs slaagde er zelfs in tot in 1975 onder de familienaam van zijn vrouw, Viktors Zeibots, onopgemerkt te leven in Duitsland. In 1979 is hij schuldig bevonden. Verbleef hij ook een tijd in Zedelgem?
5 Verraders en helden
In de ogen van de Letse diaspora zijn de Letten die gebleven zijn verraders. Zij die meestreden met de nazi’s noemen zich de helden en uiten zich als slachtoffers, alhoewel zij niet streden voor de bevrijding van Europa.
6 De misdaden begaan door de Russen in de Baltische landen.
We mogen daar natuurlijk niet blind voor zijn. Alleen al in Letland werden van juni 1940 tot juni 1941 34.000 mensen gedeporteerd naar de Goelag, onder wie ook 5 000 Joden, van wie velen de oorlog overleefden in tegenstelling tot hun lotgenoten die in Letland achter bleven.
Maar ook in Polen waren de Russen heel brutaal en maakten ze duizenden slachtoffers. 25.700 Poolse officieren en intellectuelen kwamen om in wat bekend werd als het bloedbad van Katyn (april-mei 1940).
Maar de Balten streden niet voor de goede zaak, stonden niet in het goeie kamp in tegenstelling tot de Polen die bv. Roeselare hebben bevrijd.
7 Hoe spreken over dit beladen verleden?
In Duitsland kiezen ze voor ‘Die Doppelte Vergangenheit’. Dat betekent concreet dat bv. in Buchenwald zowel de misdaden van het naziregime voor en tijdens WOII als de wreedheden van de Russen na WOII belicht worden.
De Bijenkorf is een verwijzing naar het verlangen van het Letse volk naar vrijheid, maar anderzijds mag die Bijenkorf geen vrijgeleide zijn voor Baltische oorlogsmisdadigers.
Dirk Franchoo
5 oktober 2021
Een lezing door Marc Van Ranst (KU Leuven) met als titel 'infectieziekten, terug van (nooit) weggeweest'
Marc Van Ranst is hoogleraar aan de KU Leuven, faculteit geneeskunde. Hij is eveneens het hoofd van het Laboratorium Klinische en Epidemiologische Virologie (Rega instituut) en lid van de Divisie Leuven Universitair Vaccinologie Centrum.
Op dinsdag 5 oktober 2021 neemt Marc Van Ranst u mee in de wereld van de infectieziekten doorheen de tijd. Het thema van deze lezing kan niet actueler zijn.
Wil je meer weten over het ontstaan en de gevolgen van infectieziekten, schrijf dan zeker in voor deze boeiende lezing.
Plaats: Polyvalente zaal ‘Jonkhove’, Aartrijksestraat 9, 8211 Aartrijke
Aanvang: 19u30
Inkom: 5 EUR per persoon
Opgelet: de plaatsen zijn beperkt!
Coronamaatregelen: geldende coronamaatregelen op het ogenblik van de activiteit





Verslag lezing Marc Van Ranst
Op 5 oktober 2021 woonden zo’n 170 mensen de lezing bij van professor Marc Van Ranst met als titel ‘Infectieziekten, terug van nooit weggeweest’.
Normaal was deze lezing al gepland in mei 2020.
In een eerste deel maakte hij duidelijk dat er tijdens de oorlogen gevoerd in de 18e en 19e eeuw meer mensen omkwamen door ziektes dan door geweld. Toen Napoleon zich na zijn desastreuze veldtocht terugtrok uit Rusland, werd zijn leger gedecimeerd door tyfus en cholera.
In 1763 ging de Britse officier, Jeffrey Amherst, over tot biologische oorlogsvoering om een opstand van de Indianen in Canada te onderdrukken. Hij misleidde hen door met pokken besmette dekens aan te bieden als geschenk. ‘Rottend aangezicht’ was hun naam voor deze vreselijke wandaad, waarvoor hij nooit moest terecht staan. Hij werd later zelfs nog benoemd tot luitenant-generaal en kolonel.
En dat pokkenvirus wordt tot grote bezorgdheid van de professor nog altijd bewaard op minstens twee plaatsen in de wereld en kan dus nog altijd ingezet worden als oorlogswapen.
Als de soldaten in WOI al de vele zinloze en waanzinnige aanvallen overleefden, wachtten hen nog veel andere bedreigingen zoals de loopgravenkoorts (luizen), de loopgraafvoet (circulatieprobleem door de koude modder), cholera (besmet water), wondinfecties (nog geen antibiotica), geslachtsziekten en bovenal longontsteking, de grootste doder.
Bij buiktyfus vertelde hij de anekdote hoe de Duitsers de ziekte bestreden door kamelenfeces te eten waarop de Engelsen een mooie verrassing in petto hadden, verstopt onder de feces.
Bij de huidige medische aanpak van darmproblemen is een mogelijke behandeling de fecestransplantatie.
In 1917 startte de Spaanse griep, veroorzaakt door vogels, zijn wereldreis waarbij er wellicht 100 miljoen doden vielen op een wereldbevolking van 1,8 miljard.
Op dit ogenblik zijn er wereldwijd 5 miljoen doden door covid op 7,8 miljard, maar wij beschikten al vlug over het vaccin.
Om in die periode de ziekte in te dammen gebruikten ze dezelfde maatregelen zoals nu nl. afstand houden, het dragen van een mondmasker, niezen en hoesten in de mouw, verluchten, isoleren en bewegen.
Ook deze maatregelen stootten toen op weerstand bij de bevolking zodat politici en virologen werden bekritiseerd of zelfs aangeklaagd in de rechtbank.
Dirk Franchoo