Foto: Henk Rogiers
In de nalatenschap van zijn grootouders die in Moerbrugge op een boerderij woonden op anderhalve kilometer van het kanaal Brugge – Gent, vond David De Prest een mes met de inscriptie ‘Friedrich Busche’.
Deze Duitse soldaat verbleef een tijd op die boerderij en maakte samen met andere soldaten loopgraven waarin ook de grootouders konden schuilen tijdens de slag om Moerbrugge van 8 tot 12 september 1944.
Moerbrugge van 8 tot 12 september 1944.
Dankzij een Moerbrugse getuigenis wordt vermoed dat een Duitser die deelgenomen had aan WO I, waarschuwde voor de krachtige explosie bij het opblazen van de brug over het kanaal.
Wellicht was dit de 24-jarige Friedrich Busche die op 13 augustus 1914 gevangengenomen werd nabij Leuven.
Na 47 maanden in Franse krijgsgevangenkampen, werd hij in juli 1918 met andere Duitse officieren overgebracht naar Zwitserland, waar hij vrijer kon leven weliswaar nog altijd op een beperkte ruimte maar eindelijk weer vorm kon geven aan zijn leven.
Dat lot trof hem opnieuw tijdens WO II. Op 11 september werd hij gevangengenomen door de Canadezen en naar de jongensschool in het centrum van Oostkamp gebracht. Uiteindelijk belandde hij in POW Camp 2226 waaruit hij pas vrijgelaten werd eind juli 1946.
Hij had het zoals zovelen heel moeilijk gezien de zware levensomstandigheden tot hij in zijn barak een contactbriefje las van Karl Höll, een persoon die ook werkte in de koffiefabriek ‘Franck-Kathreiner’ in Berlijn.
Karl Höll werkte in het POW Camp in een groep die zich bezighield met het sorteren van hemden, ondergoed, schoenen, kousen. Daardoor kwam hij in een bevoorrechte situatie waarbij hij beschikte over meer drank en voedsel. Om niet gesnapt te worden – één keer liep het fout – sprak hij af met Fritz op verschillende plaatsen en momenten aan de prikkeldraad die hun cages van elkaar scheidde. Karl Höll bezorgde hem brood gewikkeld in krantenpapier, corned beef. Toen Fritz eens opmerkte dat het vet in een blikje zo’n sterke nasmaak had, bleek het schoensmeer te zijn. Zo erg was het hongergevoel bij de gevangenen. Na WO II bleven Friedrich Busche en Karl Höll levenslang vrienden en werd Karl Höll de belangrijkste medewerker in het drukkersbedrijf van Friedrich Busche in Dortmund.
Na de ontdekking van dat mes ging David De Prest via Facebook op zoek naar verwanten van deze man. Verrassend vlug kreeg hij antwoord van Maja Busche, een kleindochter.
Zij beschikt nog altijd over vier rijkelijk versierde tinnen blikken waarvan op één de inscriptie POW 2226 staat en die bedoeld was voor de verjaardag van zijn vrouw. Vanuit het kamp kon hij ze opsturen naar huis.
Twee kleindochters, Maja Busche en Frederike Busche (in het midden van de foto), kwamen op bezoek in Vloethemveld op zondag 2 oktober 2022, de dag van de opening van het Kamphuis.
Het was een heel emotioneel bezoek, temeer daar Baracke 8 waarin hun grootvader verbleef nog overeind staat in de Barakkenstraat.
Info via Maja Busche, Frederike Busche en David De Prest
Dirk Franchoo